De Nederlandse taal

Wat is het?
Een taal is een systeem dat betekenissen weergeeft door middel van klanken, gebaren en schriftelijke tekens. Deze tekens worden met een voor elke taal specifiek regelsysteem (de grammatica van die taal) aan elkaar gekoppeld tot betekenisvolle gehelen zoals woorden, zinsdelen en zinnen. Een volk of een groep mensen kan met deze taal gedachten en gevoelens uitwisselen.1
Het heeft als belangrijkste doel communicatie. Maar communicatie zelf heeft ook weer verschillende doelen, zoals opdrachten geven,  informatie-uitwisseling etc.
Taal wordt gezien als hét belangrijkste aspect van een cultuur. Meestal kun je aan de taal namelijk meteen horen bij welke cultuur die persoon hoort. Een taal heeft ook iets bijzonders, de andere cultuuraspecten hebben dit niet: de zuivere vorm van taal bestaat niet. Zo weet iedereen wel wat Nederlands is, maar er bestaan grote taalverschillen binnen Nederland zelf. Je kunt hier spreken van één heersende taal, dat is de taal die gesproken wordt rondom Haarlem. Dat Nederlands wordt de norm genoemd. De norm is gebaseerd op het Nederlands van mensen met ‘taalgezag’, dit zijn journalisten, politici, schrijvers etc. Alle andere manieren van spreken in Nederland wijken af van de norm en worden dus gezien als een accent. Als de spreekwijze in een gebied heel erg veel van de norm afwijkt, wordt het gezien als een dialect. Een dialect heeft een informeel karakter in tegenstelling tot de norm. Als je een boek leest, is dat geschreven in het algemeen aanvaarde Nederlands, het Standaardnederlands. Iemand die een toespraak houdt gebruikt ook Standaardnederlands. Dialect wordt gebruikt door mensen onderling, Nederlands is bedoeld om mee te praten als je buiten je eigen streek bent. Anders versta je elkaar niet, zelfs niet Nederlanders onder elkaar.
Veel mensen denken bij de Nederlandse taal aan het ABN (Algemeen Beschaafd Nederlands), maar deze term wordt door wetenschappers niet meer gebruikt aangezien het zou suggeren dat er ook onbeschaafd Nederlands is.



Ouderdom
Volgens wetenschappers en onderzoekers is het Nederlands al minstens 1300 jaar oud. De meest bekende zin van het oude Nederlands stamt af uit de elfde eeuw:

 

"Alle vogels zijn nesten begonnen
behalve ik en jij.
Wat wachten we nog?"

Volgens het chronologisch woordenboek (2001) van Nicoline van der Sijs was het de geschiedschrijver Tacitus die in boek 5 van zijn Historiae-serie het eerste Nederlandse woord noteerde. Dat was ‘Vadam’, de voorloper van wad. Dit is al geschreven in het jaar 107 na Christus.
Maar volgens weer andere bronnen is het oudste Nederlands afkomstig uit de ‘Salische wet’ uit de zesde eeuw:

‘[Ik] meld: [ik] bevrijd je, laat’ 2

Het Standaardnederlands is zich eigenlijk pas echt gaan ontwikkelen in de negentiende eeuw. Eerder al waren er situaties waarin Nederland en onder andere delen van België steeds meer samen kwamen en een gezamenlijke taal gingen oprichten. Maar pas vanaf de negentiende eeuw kwam er schot in de zaak.
Het bracht vooral een meer systematische bestudering van het Nederlands. Er kwamen steeds meer voorstellen voor spellingshervormingen en belangrijke grammatica’s en de geschreven taal werd zo sterk aangestuurd dat ze meer en meer af begon te wijken van het gesproken Nederlands. De aanhangers van de Beweging van Tachtig geloofden in realisme en in een verwant aan het gesproken Nederlands. De term Algemeen Beschaafd Nederlands wordt aan het einde van de eeuw geïntroduceerd als verwoording voor het geloof in een nieuwe complete eenheidstaal. Verschillende technologische ontwikkelingen, zoals de eerste radio-opnames, versnellen de standaardisering van de gesproken taal.
Vanaf de twintigste eeuw gaat het helemaal hard. Vooral de taal die gesproken werd in de hogere klassen in de Hollandse Steden kreeg een steeds duidelijkere vorm. Dankzij de steeds groter wordende toegankelijkheid van het onderwijs, groeide het besef van een standaardtaal. De opkomst van de radio (rond 1920) en de televisie (rond 1950) droegen bij aan de snelle verspreiding van de klanken van de standaardtaal. Het Nederlands werd grammaticaal en spelling technisch vastgelegd in de Algemene Nederlandse Spraakkunst en de Woordenlijst der Nederlandse Taal.
Van Dale’s Groot Woordenboek en het Woordenboek der Nederlandsche Taal vormden een vergevorderde beschrijving van de Nederlandse woordenschat. Samen met de massamedia hebben deze werken de verspreiding van de standaardtaal in Nederland volbracht. Tegenwoordig is het Nederlands in een zo ver stadium van de standaardisering, dat er wordt gesproken van volledige standaardisatie.3


Wereldtaal
Nederlands is voor zo’n 23 miljoen mensen de moedertaal. Het is één van de veertig meest gesproken talen ter wereld. Dit is behoorlijk hoog, als je bedenkt dat er wereldwijd meer dan 6000 talen worden gesproken. Ook op hogescholen is Nederlands een bekende taal. Aan zo’n 190 universiteiten in het buitenland doceren zo’n 700 docenten Nederlands als vreemde taal in veertig landen. Aan honderden instellingen op niet-universitair niveau wordt Nederlands gegeven aan 400.000 mensen door ruim 6.000 docenten.
In het buitenland zijn meer dan 15.000 studenten die Nederlands leren, de studenten die Nederlands als bronnentaal bestuderen zijn dan nog niet eens meegerekend. Denk bijvoorbeeld aan Indonesische rechtenstudenten die overheidsdocumenten moeten kunnen lezen die in het Nederlands hun
officiële status hebben behouden.4




[1] ‘Wat is taal?’, www.profi-leren.nl.
[2] ‘Het Nederlands bijna zo oud als de jaartelling?’, www.taaluniversum.org.
[3] ‘Het Standaardnederlands in Nederland’, www.lotpublications.nl.
[4] ‘Nederlands wereldwijd’, www.taaluniversum.org.