Het Nedersaksisch

Nedersaksisch
Nedersaksisch is de streektaal die wordt gesproken in voornamelijk Oost-Gelderland. Het heeft meerdere varianten, de belangrijkste verschillen zie je vooral tussen Drenthe en delen van oostelijk Overijssel en tussen de Veluwe en de Achterhoek.
Het Nedersaksisch uit Nederland lijkt erg veel op het Nederduits in Noord-Duitsland.
Het Standaardnederlands, wat haar ontstaan mede te danken heeft aan een aantal dialecten, heeft haar geschiedenis ook deels liggen bij het Nedersaksisch.

Gebieden
Het Nedersaksisch wordt gesproken in de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel, Zuidoost-Friesland en de gebieden Achterhoek en Veluwe in de provincie Gelderland.1




Hoeveel sprekers
Ongeveer 60% van de inwoners van de Nedersaksische gebieden spreekt ook daadwerkelijk het Nedersaksisch. Dat komt neer op ongeveer 1.797.539 sprekers van de 2.995.898 inwoners.2

Status
Het Nedersaksisch is geen officiële taal, het bevindt zich nog in het tweede stadium. Dat wil zeggen dat het wel als streektaal erkend is, maar dat het nog geen officiële taal is. Er zijn verschillende mensen die zich inzetten om het Nedersaksisch als officiële taal erkend te laten worden bij de regering. Maar ook verschillende instituten werken hier hard aan mee, bijvoorbeeld het Staring Instituut in Doetinchem.
Doordat het Nedersaksisch een streektaal is, bestaat het wel uit meerdere dialecten. Het is lastig om het een officieel erkende taal te laten worden, omdat er maar weinig mensen zijn die Nedersaksische dialecten als moedertaal hebben. Voor de meesten is het slechts een aangeleerde taal.

Achterhoeks
Het dialect dat hier in de regio vooral wordt gesproken is het Achterhoeks. Het Achterhoeks is onderdeel van de streektaal Nedersaksisch.
 



Het Achterhoeks wordt ook tot het Nedersaksisch gerekend, omdat het veel overeenkomsten heeft met de dialecten uit de overige provincies waar het Nedersaksisch wordt gesproken. Ook hebben zij een gezamenlijke afkomst. Deze dialecten komen voort uit het Oudsaksisch, wat gesproken werd in Noord-Duitsland. Daar komt ook de naam van de deelstaat Niedersachsen in Duitsland vandaan.

Bijzonderheden
Bij het Staring Instituut in Doetinchem zijn er enkele mensen bezig met het ontwikkelen van een lespakket over het Nedersaksisch. Zij willen hiermee beginnen, omdat de Nedersaksische dialecten steeds meer lijken te verdwijnen. Van het Staring Instituut willen ze niet dat het lespakket verplicht wordt op scholen, maar dat het Nedersaksisch nog wel een kans krijgt voort te blijven bestaan.
Jaarlijks wordt er een woordenboek samengesteld met woorden en uitdrukkingen uit het Achterhoeks en Liemers dialect. Het zogeheten WALD-woordenboek (Woordenboek Achterhoeks en Liemers Dialect). Dit woordenboek kunnen zij samenstellen, doordat er ieder jaar vragenlijsten worden beantwoord door mensen in deze regio. Voornamelijk ouderen die het dialect nog als moedertaal hebben. Ook gebruiken zij ingestuurde foto’s, het streekarchief en enkele connecties die bijdragen aan het opstellen van dit woordenboek.
Het Staring Instituut doet veel onderzoeken naar Nedersaksische dialecten en zij hebben gemerkt dat de dialecten steeds minder worden gesproken. Dit komt volgens hen mede doordat er op televisie en op scholen alleen Standaardnederlands wordt gesproken. Ook krijgt de taal steeds meer Engelse invloed, waardoor dialecten steeds verder op de achtergrond raken.
Ook hebben ze bij het Staring Instituut ontdekt dat dialecten vooral nog worden gesproken in dorpen en streken waar veel boerenbedrijven zijn. In steden is de invloed op taal van buitenaf veel groter.


[1] H. Bloemhoff, ‘Nedersaksisch’, www.taal.phileon.nl.
[2] H. Bloemhoff, ‘Nedersaksisch’, www.taal.phileon.nl.